Actieplan Open Overheid:
breed op inhoud én aan deelnemers
De implementatie van het vijfde Actieplan Open Overheid van Nederland krijgt sinds afgelopen zomer vorm. Deze editie heeft voor het eerst een langere looptijd: vier jaar. En dat biedt veel voordelen. Een ander opvallend punt aan dit actieplan is de nauwe samenwerking met de maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken. Marieke Schenk en Floortje Fontein, beiden van het rijksbrede Programma Open Overheid, vertellen hoe het plan tot stand is gekomen, en wat zij verwachten van de implementatie ervan.
Tekst Chantal Richter
Beeld iBestuur/Shutterstock
Marieke Schenk is projectleider Actieplan Open Overheid (AOO) en al bijna tien jaar betrokken bij dit onderwerp. Schenk studeerde sociologie, politicologie én informatiemanagement van de publieke sector. Die mix van kennis over houding en gedrag, maatschappelijke vraagstukken en techniek sluit mooi aan op haar rol als projectleider voor het AOO. Daarnaast opereerde zij bij het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) als adviseur over open data en datagedreven werken. Schenk: “Openheid is altijd de rode draad geweest in mijn loopbaan.”
Doordat Schenk ook bij de totstandkoming van eerdere actieplannen betrokken was, kan zij goed de verschillen duiden. “De maatschappelijke inbreng zat er op zich altijd al in. Maar zoveel actiehouders als er nu meedoen, hebben we nog niet eerder meegemaakt. Bijzonder in Nederland is de rol die deze maatschappelijke partners ook spelen in de uitvoering van het plan.”
Floortje Fontein werkt sinds april bij het ministerie van BZK. Deze beleidsmedewerker ‘openbaarheid internationaal’ heeft een bestuurskundige achtergrond en deed ook al werkervaring op bij een maatschappelijke organisatie. Het past goed bij haar om de samenwerking te zoeken. Vanuit Nederland is Fontein de eerste contactpersoon bij BZK voor het wereldwijde Open Government Partnership (OGP). In die hoedanigheid was zij aanwezig bij de global summit van september, deze keer in Estland. Ze houdt zich bezig met internationale kennisuitwisseling, bijvoorbeeld op het gebied van actieve openbaarmaking. Fontein: “Toegankelijkheid heeft altijd al mijn interesse gehad. Het thema ligt me persoonlijk aan het hart. Openbaarmaking is een algemeen publiek recht. Je hebt het nodig om te kunnen participeren.”
Openbaarmaking is nodig om te kunnen participeren
Wat is er nieuw aan dit vijfde AOO?
Schenk: “Dat dit actieplan nu een looptijd heeft van vier jaar is uniek. Eerdere edities hadden een looptijd van twee jaar. We zagen dat er meer tijd nodig is om tot resultaat te komen. Vier jaar biedt meer continuïteit.”
Fontein: “Een langere looptijd geeft actiehouders de mogelijkheid ambitieus te zijn. ProDemos heeft bijvoorbeeld hoge doelen voor zichzelf gesteld door te streven naar een nieuw parlementair Bezoekerscentrum. Ook willen zij meer mbo-studenten gaan betrekken in hun activiteiten.”
Schenk: “Dit is het meest brede en ambitieuze actieplan tot nu toe. Dat krijgen we ook terug te horen van de actiehouders. Breed op de inhoud én breed in het aantal betrokken actiehouders. Daarin lopen we voorop binnen de OGP.”
Fontein: “Voor maar liefst 15 van de 17 actiepunten wordt er samengewerkt met maatschappelijke organisaties. In internationaal opzicht is het bijzonder dat die organisaties in Nederland zelf ook actiehouder zijn.”
Floortje Fontein, ministerie van BZK: “Een looptijd van vier jaar biedt meer continuïteit.”
Welke rol kregen de maatschappelijke partners in het maken van dit AOO?
Schenk: “Een opvallend punt van deze vijfde editie is de intensieve samenwerking met het maatschappelijk middenveld. De coalitie Over Informatie Gesproken heeft een manifest opgesteld waarin zij zeven zorgen uiten. Daarnaast droegen zij zeven oplossingsrichtingen aan, die de leidende thema’s zijn geworden in het actieplan. Vijf van de in totaal 17 acties in het AOO zijn afkomstig van die maatschappelijke coalitie, dat is een aanzienlijk deel.”
Fontein: “Dit vijfde actieplan is als een vitrinekast die nog niet eens uitputtend is. Hierin staat nog maar een greep uit alle initiatieven.”
Schenk: “Er gebeurt zó veel dat we het niet eens in één plan kwijt kunnen. Dat is eigenlijk heel goed nieuws. Dit komt mede door de komst van de Wet open overheid (Woo).”
Welke rol spelen de actiehouders nu?
Schenk: “In de gesprekken met de actiehouders bespraken we ook steeds gezamenlijk welke rol zij zelf voor zich zien. We zochten regelmatig het stakeholdersplatform op waarin het maatschappelijk middenveld, andere overheden en kennisinstellingen vertegenwoordigd zijn. Een groot voordeel van de maatschappelijke coalitie is dat ze zelf ook een achterban heeft. Daardoor kregen we goed in beeld wat kansrijke actiepunten waren. Dit houden we met de Open Donderdagen levend. Iedereen is welkom bij deze netwerkbijeenkomsten. Regelmatig krijgt een actiehouder daar het podium, om zo andere partners te enthousiasmeren. Een mooi instrument om laagdrempelig kennis te maken met wat er allemaal al gebeurt op het terrein van Open Overheid.”
Fontein: “Het is mooi dat we konden aansluiten op waar de maatschappelijke organisaties zelf ook een behoefte zien. Dat gezamenlijk streven naar een open overheid maakt het sterker. Wij steunen de ambities van de actiehouders daarin.”
Schenk: “Het gaat er niet om een vinkje te zetten, we willen echt de doelen van Open Overheid bereiken. Daar moeten we scherp op blijven.”
Marieke Schenk, projectleider Actieplan Open Overheid: “Goed in beeld wat kansrijke actiepunten zijn.”
BEELD: QUINTIN van der blonk
Wat is dat uiteindelijke doel van het AOO?
Fontein: “Het actieplan is bedoeld om echt verbinding te maken met de maatschappij. Kennis te delen. Zowel binnen Nederland als daarbuiten.”
Schenk: “We streven samen naar een overheid die opener is naar inwoners toe. Een overheid die met de tijd meegaat. Een overheid waarin mensen zich herkennen. Waar mensen terecht kunnen. Daar draagt het AOO aan bij.”
Fontein: “Daarom is het actiepunt over het onderzoeken van informatiebehoefte ook zo’n treffende. Dat is een voorstel geweest van de maatschappelijke coalitie. Het is heel goed om stil te staan bij de vraag hoe we inwoners hiermee bedienen.”
Schenk: “Openbaarheid gaat verder dan het online zetten van stukken of het weglakken van informatie in documenten. In een gesprek ontdek je welke zorg er wellicht schuilgaat achter een Woo-verzoek. Daarom is het zo belangrijk dat de overheid een menselijk gezicht toont. Dan kun je die gedroomde responsieve overheid worden. Het is prettig voor inwoners als er een fysieke plek is waar je naartoe kan gaan. Het openbaarheidscentrum Amsterdam is daar een mooi voorbeeld van.”
Ambtenaren vragen zich af wat er allemaal openbaar gemaakt kan worden. Denk bijvoorbeeld aan
afwegingen in beslisnota’s
Welke uitdagingen zien jullie nog?
Fontein: “Een open cultuur moet je samen aangaan. We zien dat de beweging naar een open overheid nog best spannend is voor sommige ambtenaren. Ze vragen zich af wat er allemaal openbaar gemaakt kan worden. Denk bijvoorbeeld aan afwegingen in beslisnota’s. Deze dilemma’s tussen transparantie en vertrouwelijkheid stonden ook centraal in het rapport ‘Toekomst van beleidsintimiteit’ van het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie (IMI); een resultaat uit het vorige actieplan. De vernieuwde ambtseed helpt om daarover te spreken: welke waarden streven we na, en hoe doen we dat met elkaar? De samenleving staat centraal.”
Schenk: “Het is nodig om nog meer de verbinding te maken naar de maatschappelijke opgaven. Met dit AOO komen we tot een meer open en responsieve overheid. Hij is heel erg ingestoken vanuit Woo. Terwijl het OGP aanspoort dit te verbinden aan inhoudelijke thema’s zoals gender equality en klimaat. Daar hebben we nog wat op te doen.”
Fontein: “De uitdaging is om die actiepunten zo maatschappelijk relevant mogelijk te maken.”
Schenk: “Herstel van vertrouwen in politiek en overheid is heel belangrijk. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat meer openheid op zichzelf niet tot meer vertrouwen leidt, maar ik denk dat een andere manier van werken - de samenleving betrekken en openheid van zaken geven - daar wel voor kan zorgen. Een dergelijke aanpak heeft de potentie om het wantrouwen bij journalisten en andere maatschappelijke partijen te verminderen en een positieve wisselwerking te creëren in het opbouwen van vertrouwen.”
Actieplan Open Overheid
Het Open Government Partnership (OGP) is sinds de oprichting in 2011 uitgegroeid tot een wereldwijde beweging waar meer dan 75 landen bij zijn aangesloten. Deze landen stellen in het kader van hun OGP-lidmaatschap eens in de twee jaar een Actieplan Open Overheid op. Het Actieplan moet ertoe bijdragen dat overheidsorganisaties, maatschappelijke organisaties en burgers samenwerken aan een opener overheid.
Een opener overheid is een effectievere overheid, die burgers en maatschappelijke organisaties in een goede informatiepositie zet om gezamenlijk maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. In het actieplan staan de ambities van het kabinet en andere actiehouders beschreven. Het Actieplan Open Overheid staat los van het in december gepresenteerde Meerjarenplan Openbaarheid en Informatiehuishouding Rijksoverheid 2024-2025.
Voor meer informatie: www.open-overheid.nl
Deel dit artikel: