FOTO JIMENA GAUNA
column
Marleen Stikker
Internetpionier en directeur en oprichter van Waag technology & society
Het digitale publieke domein is verwaarloosd
Elke dag wordt er wereldwijd 2.5 triljoen bytes aan data gegenereerd. Met de vaart waarmee het Internet of Things, 5G, en autonome systemen worden uitgerold kan dat in 2025 oplopen tot 175 zettabytes per dag. Eén zettabyte is 1 biljoen gigabyte. De wereldwijde ophoping van al die datasporen die mensen en organisaties achterlaten, staat op de servers van bigtechbedrijven. We hebben data van alle vitale maatschappelijke en economische processen in handen gespeeld van een handvol marktpartijen die winstmaximalisatie als hoogste doel hebben—of het nu mobiliteit, zorg, energie of sociale media betreft. Ze hebben daarmee een buitenproportionele machtspositie opgebouwd ten opzichte van de samenleving.
Hadden we dat kunnen voorkomen? Ja, dat denk ik wel. We hadden de publieke waarden en het publieke domein in acht moeten houden. Dat was in 1994 ook al het plan van het kabinet. In het Nationale Actieplan Elektronische Snelwegen – Van Metafoor naar Actie worden de grenzen van de markt in beeld gebracht: ‘Naast de marktsector bestaat er immers een publiek domein, waarvoor de overheid een bijzondere verantwoordelijkheid heeft. Het bestaan en de omvang van het publieke domein komen voort uit de grondrechten van de burgers. Drie aspecten zijn daarbij van belang: het recht op vrijheid van informatie en communicatie, het recht op bescherming van de persoonlijk levenssfeer en het recht op ordelijke regels (door de overheid op te stellen) voor het maatschappelijk en commercieel verkeer.’
We hebben data van alle vitale maatschappelijke en economische processen in handen gespeeld van een handvol marktpartijen
We moeten helaas concluderen dat daar weinig van terecht is gekomen. Het digitale publieke domein is verwaarloosd. Overheden hebben zich vooral gericht op de eigen informatieplicht, maar hebben ook een verantwoordingsplicht ten aanzien van maatschappelijke data. We moeten er met elkaar voor zorgen dat we de publieke ruimte op het internet weer herstellen en dat we vitale platforms vanuit publieke waarden ontwikkelen en garanderen. Daarbij moet ‘privacy by design’ het uitgangspunt vormen en data worden afgeschermd van exploitatie.
Het begint met kleine maar betekenisvolle stappen. Zo krijgen bewoners in het project Hollandse Luchten sensoren om zelf de lokale luchtkwaliteit te meten en worden de data ondergebracht in een datacommons. Datacommons zijn dataplatformen voor gemeenschappelijk gebruik waarbij de gemeenschap gezamenlijk de regels voor toegang en gebruik opstelt. Met een fietsdatacommons bijvoorbeeld wordt inzicht verkregen in fietsbewegingen, maar verdwijnt de informatie niet in handen van private partijen.
De overheid moet investeren in de ontwikkeling en bestendiging van dit soort publieke platforms. Zo krijgt ze niet alleen haar eigen informatievoorziening op orde, maar borgt ze ook het publieke karakter van de informatievoorziening van de samenleving.
Deel deze column: