Van beleids- naar datacyclus
Binnen de overheid is de beleidscyclus (“Wie is er niet mee groot geworden?”) een bekend verschijnsel. Maar in hoeverre biedt deze vorm nog voldoende houvast in een maatschappij waar data een steeds grotere rol speelt? Moeten we niet toe naar een andere cyclus en zo ja, wat is het alternatief? Zou de datacyclus geen betere methode zijn?
Tekst redactie iBestuur
Wouter Welling, policymaker bij het ministerie van BZK, besprak het thema 8 oktober 2020 met:
- Paul Strijp, adviseur nieuwe technologie en data, provincie Noord-Holland
- Karin Akkers, programmamanager Slim ’s-Hertogenbosch ‘Driven by Data’
- Jaring Hiemstra, bestuurskundige en digital strategisch adviseur
- Frans Feldberg, hoogleraar Data Driven Business Innovation aan de VU
Volgens Jan van Ginkel en Paul Strijp staat de beleidscyclus voor een methode die steeds minder met de werkelijkheid te maken heeft, ook al omdat data een steeds grotere rol speelt (binnen de overheid). ‘De beleidscyclus heeft definitief afgedaan […] De tragiek schuilt in het gegeven dat overheden de klassieke beleidscyclus nog steeds als dominante logica omarmen. Ook al wordt deze cyclus dan door data ondersteund, het is ronduit tragisch om maatschappelijke vraagstukken te analyseren via een beleidsnota, daar acties aan te verbinden, die uit te voeren om vervolgens op basis van een evaluatie wéér beleid te maken. Al dan niet in aangepaste vorm. Daarmee is de cirkel rond, daarmee herbevestigt de beleidscyclus zichzelf. En dat gáát zo maar door.’
In het genoemde artikel waren Strijp en Van Ginkel ‘lyrisch’ over hét alternatief voor de beleidscyclus: de datacyclus. Nu, na een paar maanden is Strijp daar minder stellig over, ook al omdat het verhaal de nodige reacties opriep. “Misschien waren Jan en ik een tikkeltje te wild met onze uitspraak over de datacyclus.” Toch waren alle deelnemers aan het debat (en aan de discussie in de chat) het er wel over eens dat de beleidscyclus zijn langste tijd heeft gehad en dat er íets moet gebeuren. Ook al omdat de huidige beleidscyclus veelal tot onnodige vertraging leidt. Dat vonden ook de kijkers naar het debat. Het overgrote deel van hen was het eens met de stelling dat het centraal stellen van de beleidscyclus inderdaad leidt tot onnodige vertraging, waarbij een grote groep nog wel ‘mitsen en maren’ had ingebouwd.
Eens waren de deelnemers aan de discussie én de kijkers het ook over de tweede stelling: ‘de datacyclus biedt geen alternatief’. Derde stelling die op tafel werd gelegd ging over algoritmes en ook daar waren deelnemers en kijkers het eens. ‘Algoritmes maken pijnlijk duidelijk hoe beleid gemaakt wordt op niet-onderbouwde aannames’.
De huidige beleidscyclus leidt veelal tot onnodige vertraging