

De 17 actiepunten van het Actieplan Open Overheid 2023-2027 worden opnieuw tegen het licht gehouden op impact, ambitie en (potentieel) resultaat. Daarna wordt duidelijk hoeveel ruimte er is voor nieuwe actiepunten. Beleidsmedewerker Floortje Fontein en projectleider Paul Suijkerbuijk hopen op nieuwe maatschappelijke partners en nieuwe inzichten. ‘Verras ons!’
Tekst Karina Meerman
Beeld Bureau OMA
Het Actieplan Open Overheid 2023-2027 wordt dit jaar herijkt door de maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken (MCOIG), in opdracht van het Programma Open Overheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Zij doen dit als onderdeel van het Open Government Partnership (OGP) waar Nederland sinds 2011 lid van is.
Het is de eerste keer dat BZK het advies over de herijking van het actieplan uit handen geeft aan een maatschappelijke partij. Floortje Fontein is beleidsmedewerker openbaarheidsbeleid internationaal bij het Programma Open Overheid. Zij legt uit dat de MCOIG onder andere is gevraagd vanwege haar vele connecties in het maatschappelijk middenveld. ‘Eenvoudig gezegd kan de MCOIG alle partijen samenbrengen die nodig zijn. We prijzen ons gelukkig met een zeer actief maatschappelijk middenveld op open overheid in Nederland. En de coalitie kent dat middenveld goed. Daarom hebben we haar gevraagd deze herijking te begeleiden.’
Constructief activisme
Projectleider Paul Suijkerbuijk van de MCOIG voegt toe dat ‘constructief activisme’ ingebakken zit in alles wat de coalitie doet. ‘Ook daarom zijn we gevraagd. De MCOIG streeft naar een gelijkwaardige informatierelatie tussen burgers en overheid. BZK wil een partij die niet klakkeloos uitvoert, maar ook kritische noten plaatst. Daar wordt advies alleen maar beter van.’ Dit advies wordt gegeven vanuit dat maatschappelijk middenveld, zegt hij. ‘We zijn echt een coalitie.’
Suijkerbuijk en Fontein zien de samenwerking met optimisme tegemoet. De verkennende fase van de opdracht is net gestart. ‘Ieder actiepunt heeft een actiehouder. We zitten nu in de fase dat we hen vragen wat precies de impact is geweest van het actiepunt op wetgeving, beleid of uitvoering. En wat de verwachte resultaten zijn voor de komende twee jaar.’ Op basis van de antwoorden adviseert de MCOIG het Programma Open Overheid welke punten uit het actieplan kunnen (omdat ze klaar zijn) en waar de ambitie groter mag.
‘We prijzen ons gelukkig met een actief maatschappelijk middenveld op open overheid’


Floortje Fontein
Brede blik
Het Actieplan Open Overheid gaat niet alleen over de Wet open overheid (Woo), zoals soms wordt aangenomen. Het bereik van de 17 actiepunten is veel groter met de invalshoeken transparantie, participatie door burgers bij beleidsvorming en het vermogen van burgers om de overheid te controleren. ‘Streven naar een open overheid heeft alleen maar waarde wanneer dit wordt opgezet in verbinding met de samenleving’, zegt Fontein.
Haar taak is het versterken van de verbinding tussen beleidsdirecties en het maatschappelijk middenveld. En die beleidsdirecties zijn hard nodig voor het actieplan, met name voor de nieuwe initiatieven die er aankomen. ‘Paul en ik zijn nog net niet samen op campagne, maar we houden wel veel pitches bij onze overheidscollega’s over het actieplan en wat er speelt bij maatschappelijke organisaties.’
Een van de afgeronde actiepunten is de Woo in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk. Het doel was meer transparantie te bieden over de afhandeling van Woo-verzoeken door ministeries. Hoeveel Woo-verzoeken het Rijk ieder jaar krijgt en hoelang het duurt om die af te handelen, staat tegenwoordig in de Jaarrapportage bedrijfsvoering van het Rijk. Ook in de publieksversie van de jaarrapportage zijn ze opgenomen. Inmiddels is de volgende stap gezet. Sinds januari 2025 is er ook een dashboard ‘Woo in cijfers’, dat de cijfers per kwartaal laat zien.
‘Verras mij! Ik hoop op voorstellen van partijen waar de overheid nog weinig mee samenwerkt’


Paul Suijkerbuijk
Informatiebehoeften
Ook actiepunt 14 is afgerond: onderzoek naar de informatiebehoeften van burgers, journalisten en maatschappelijke organisaties. Actiehouder Instituut Maatschappelijke Innovatie (IMI) heeft in opdracht van het Programma Open Overheid onderzocht wat de informatiebehoefte is van mensen en journalisten die van overheidsinformatie gebruikmaken (zie kader).
Het idee achter het onderzoek is dat beter begrip van de informatiebehoeften richtlijnen kan bieden over welke informatie actief openbaar gemaakt moet worden. Zo sluit actieve openbaarmaking beter aan bij de wensen van de maatschappij. Fontein: ‘De aanbevelingen worden ingezet om de beleidsvorming rondom actieve openbaarmaking van overheidsinformatie te versterken.’
Waar zaken wegvallen ontstaat ruimte voor nieuwe initiatieven. Dus na de verkenning van de bestaande actiepunten volgt een zoektocht naar nieuwe initiatieven die in het actieplan passen. Gevraagd naar de criteria hiervoor zegt Suijkerbuijk dat hij er het liefst zo min mogelijk heeft. ‘Hoe meer criteria, hoe minder vrijheid.’
Hij roept maatschappelijke organisaties op om zich te melden met initiatieven die bijdragen aan een open overheid, aan de verbinding tussen beleidsdirecties en maatschappelijke organisaties. ‘Verras mij! Ik hoop op voorstellen van nieuwe partijen waar de overheid momenteel nog niet of weinig mee samenwerkt.’ Fontein beaamt dit: ‘We willen echt een grotere diversiteit aan partners en samenwerkingen, en de coalitie weet hoe zij die kan bereiken.’
Onderzoek Informatiebehoeften
De behoefte aan overheidsinformatie is groot. Dat blijkt onder andere uit de 117 miljoen bezoeken per jaar op Rijksoverheid.nl. Ook de andere grote rijksportalen krijgen jaarlijks miljarden views. Kerndepartementen krijgen jaarlijks ruim een miljoen vragen en burgers weten massaal hun gemeente te vinden voor informatie.
Het Onderzoek Informatiebehoeften keek naar de behoefte van burgers, journalisten en maatschappelijke organisaties. Naar schatting is op rijksniveau ongeveer 35 procent van alle Woo-verzoeken afkomstig van burgers.
Het grootste deel daarvan heeft betrekking op een zaak waarbij persoonlijke belangen een rol spelen. De maatschappelijke informatiebehoefte komt veelal van journalisten en maatschappelijke organisaties. Ze is veelvormig en wisselvallig en gericht op grote en/of actuele maatschappelijke thema’s. Op gemeentelijk niveau gaan Woo-verzoeken vooral over ruimtelijke ontwikkeling, bouwplannen en asielopvang.
Type documenten
Het Instituut Maatschappelijke Innovatie onderzocht ook het type opgevraagde documenten. Woo-verzoeken gaan vaak om schriftelijke verslagen van overleggen, nota’s of achterliggende data. Journalisten waarderen de ontsluiting van overheidsinformatie via een tijdlijn, met daarin een overzicht van de belangrijkste documenten. Ze vinden het ook belangrijk om de beschikking te krijgen over de achterliggende data. Uiteraard speelt bij hen ook snelheid een rol, met het oog op actualiteit en nieuwswaarde. De maatschappelijke informatiebehoefte richt zich vaak op het kunnen reconstrueren van besluiten.
Aanbevelingen
Het onderzoek komt met vijf aanbevelingen. Een ervan is dat ieder ministerie en iedere gemeente jaarlijks minimaal één topdossier actief openbaar maakt waar veel maatschappelijke belangstelling voor is. Een andere is om een koppeling te leggen tussen actieve openbaarheid en burgerparticipatie. IMI adviseert dat ieder ministerie jaarlijks een thema kiest waarbij ingezet wordt op burgerparticipatie.
Protocol
Ten slotte verkende het onderzoek de mogelijkheden van afspraken tussen overheid en informatieverzoeker, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met verzoekers om samen te bekijken hoe zo goed mogelijk in hun informatiebehoefte kan worden voorzien. Daartoe bevat het onderzoek bouwstenen voor een informatieprotocol.
Voor dit onderzoek hield het IMI ongeveer 70 interviews met journalisten en ambtenaren die betrokken zijn bij de afhandeling van Woo-verzoeken. Naast een literatuurstudie werden ook de Woo-verzoeken in 2023 geanalyseerd op belangrijkste inhoudelijke thema’s. De conclusies staan in het rapport Onderzoek informatiebehoefte (februari 2025).
