‘We gaan echt dingen voor elkaar krijgen met elkaar’
Van stikstof, woningbouw tot energietransitie. De maatschappelijke opgaven in de fysieke leefomgeving zijn niet meer op te lossen zonder inzet van data. Daarom startte vier jaar geleden de Interprovinciale Digitale Agenda, waarin de twaalf provincies samenwerken aan deze vraagstukken. Programmamanager Marten Tilstra en Larissa Riemsma, programmamanager Drenthe Digitaal, kijken terug. “We zijn echt een ecosysteem geworden.”
Tekst Pieter Verbeek
Beeld Shutterstock
De digitale transformatie staat hoog op de agenda bij alle overheden in ons land. Anders dan bij het Rijk en de gemeenten vindt deze voor provincies vooral plaats in de fysieke leefomgeving. Zo ontwikkelden de provincies een kerndataset voor de energietransitie. Bij de woningbouwopgave is inzicht in plancapaciteit en voortgang onmisbaar. En voor de stikstofcrisis zijn stikstofanalyses nodig om beleidskeuzes te kunnen onderbouwen.
De afgelopen vier jaar heeft de Interprovinciale Digitale Agenda (IDA) langs vier programmalijnen gewerkt: data, dienstverlening, innovatie en bedrijfsvoering. Dat heeft een aantal succesvolle producten en verbeteringen in de dienstverlening van provincies opgeleverd. Zo hebben de provincies vanuit de IDA in de eerste programmalijn samen met Rijk, gemeenten en kennispartners de eerder genoemde kerndataset ontwikkeld voor de monitoring van het klimaatbeleid en in het bijzonder de energietransitie. Dat was nodig, want er was vaak sprake van een vergelijking tussen appels en peren tussen provincies, zo concludeerden de provinciale rekenkamers in 2018.
Een uitdaging bij de digitale transformatie is nog wel om de mensen mee te krijgen, voegt Larissa Riemsma van de provincie Drenthe, toe. “We hebben techniek en data, maar hoe wij daar als mensen mee om (kunnen) gaan is cruciaal. Datagedreven werken vraagt om een hele andere manier van denken en andere vaardigheden. Als je data wilt gebruiken moet je ze wel kunnen interpreteren. Daar moeten we dus medewerkers in meenemen en opleiden.” Ook binnen de Interprovinciale Digitale Agenda is hier aandacht voor, met name in het project Digivaardige organisatie.
We hebben techniek en data, maar hoe wij daar als mensen mee om (kunnen) gaan is cruciaal
Veranderende wetgeving
De programmalijn Dienstverlening gaat vooral over hoe de provinciale (publieke) diensten nog beter kunnen worden afgestemd op veranderende wetgeving en de behoeften van ondernemers en inwoners. Toegankelijkheid, privacy en voldoen aan wetgeving vormen rode draden in de gezamenlijke aanpak hierin van de provincies. Van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv), Single Digital Gateway (SDG), de Wet digitale overheid (Wdo), de Wet elektronische publicaties (Wep) tot de Wet open overheid (Woo). “Er komt nogal wat af op provincies”, vertelt Tilstra. “Dan hebben we het nog niet eens over de Europese wetgeving die eraan komt. We moeten er allemaal wat mee. Het is dus logisch om dan met z’n twaalven de krachten te bundelen, en centraal een aanpak te bedenken. Vanuit de IDA hebben we bijvoorbeeld een handreiking gemaakt voor de implementatie van de Wmebv. Voor de SDG zijn de gezamenlijke provincies via IDA in januari 2023 succesvol technisch aangesloten op het Europese Your Europe portaal. Wat waardevol is gebleken is dat we als IDA echt een ecosysteem zijn geworden dat concrete resultaten boekt voor de provincies.”
Digitale Innovaties
De programmalijn Innovatie stelt provincies voor een heel andere uitdaging, stelt Tilstra. “Provincies zijn zelf allemaal bezig met innovatie, ze kijken bijvoorbeeld of AI kan worden toegepast bij de bediening van bruggen of sluizen of bij infrastructuuronderhoud. Maar ze namen nog maar zeer beperkt succesvolle innovaties van elkaar over. Daar lijkt nu ook verandering in te komen. We zien dat dit begint te werken.” Zo hebben Zeeland en Noord-Holland de techniek achter de Utrechtse snuffelfiets overgenomen voor eigen projecten. En begin dit jaar is de Dutch Societal Innovation Hub van start gegaan: een publieke innovatiehub die bedoeld is om digitale innovaties beter toegankelijk te maken voor provincies en gemeenten (zie verderop in deze uitgave)”.
Provincies namen nog maar zeer beperkt succesvolle innovaties van elkaar over; daar lijkt verandering in te komen
Cybersecurity
De samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering is de afgelopen jaren ook versterkt in de programmalijn Bedrijfsvoering, volgens Tilstra. “Provincies waren nog hoofdzakelijk zelfstandig bezig om hun bedrijfsvoering te regelen. De afgelopen jaren is het gelukt om op een aantal belangrijke onderwerpen meer samen te werken. We zijn inmiddels bezig met een aantal succesvolle Europese aanbestedingen. En er wordt gewerkt aan het Informatieknooppunt Cybersecurity. De provincies zijn als enige bestuurslaag nog niet aangesloten op het landelijk dekkend stelsel voor cybersecurity en ontvangen dus nog niet uit eerste hand dreigingsinformatie. Met dit informatieknooppunt gaat dat straks wel gebeuren.”
Interprovinciale i-Visie
Binnen de provincie Drenthe hebben ze in ieder geval veel profijt van de komst van de IDA, stelt Riemsma. “Met name als het gaat om de implementatie van de wetten. Iedere provincie moet dat doen, dus het is veel handiger om samen te werken en kennis te delen over de implementatie dan wanneer iedereen het wiel zelf moet uitvinden. In Drenthe kunnen we op die manier ook onze mensen efficiënt inzetten. Maar ook bij het werken met data heeft Drenthe veel gehad aan de IDA. We moeten als provincie integrale gebiedsplannen gaan opleveren. Los maar eens een stikstofprobleem op zonder data, dat gaat gewoon niet lukken. Je hebt metingen nodig. Daar is interprovinciale afstemming bijvoorbeeld vanuit IDA enorm van belang, anders kunnen we die integrale gebiedsplannen gewoonweg niet opleveren.”
In IDA-verband ontwikkelden de provincies een informatiekundige visie op de ontwikkeling van de informatievoorziening van provincies: de interprovinciale i-Visie. Die heeft voor Drenthe grote waarde. “Ik heb voor ons beleid in Drenthe een aantal programmalijnen uitgezet die ik zo kon overnemen uit de i-visie”, vertelt Riemsma. “Dat gaat bijvoorbeeld over de basis op orde brengen, slimmer omgaan met data en om mensen beter uit te rusten. Digitalisering gaat zo snel, je moet er flexibel in staan met elkaar. Dat is ook een van de doelen: flexibeler worden om te kunnen inspelen op die opgaven. Tegenwoordig zijn er meer data dus die moet je gebruiken; en laten zien aan de samenleving wat je ermee doet. Ik wil verder als provincie een informatieknooppunt maken zodat je de data beschikbaar kunt stellen aan anderen, zodat die er ook mee aan de slag kunnen en je met elkaar een ecosysteem gaat bouwen.”
Dat is ook de toekomst vult Tilstra aan. “De provincies vervullen vanuit hun rol als middenbestuur steeds meer een rol als informatiemakelaar in plaats van zich alleen met beleidsontwikkeling bezig te houden.”
We willen met behulp van data niet alleen checken hoe het gaat, maar ook scenario’s voor de toekomst ontwikkelen
Van denken naar doen
Als programmamanager voor IDA ziet Tilstra drie prioriteiten voor de gezamenlijke digitaliseringsagenda. “We moeten gaan van denken naar doen. We moeten niet alleen praten, maar echt dingen voor elkaar krijgen met elkaar. Ten tweede is dat we ons verbinden met bestaande samenwerkingsverbanden. De derde prioriteit is dat we meer vertellen wat we doen, het meer laten zien. Daar gaan de we komende tijd mee verder.”
En dat doet Tilstra met een klein programmabureau met enkele vaste medewerkers en een aantal ingehuurde projectleiders. De IDA is sinds 2021 een programma van het IPO. “Door IDA onder te brengen binnen IPO heeft het programma duidelijk bestuurlijke aandacht gekregen en is het mogelijk geworden om een versnelling aan te brengen op dit thema.”
IDA kent een soortgelijke governance als de andere IPO-programma’s: de Ambtelijke Regiegroep IDA en een Bestuurlijke Kopgroep Digitalisering. De kopgroep had een tijdelijke opdracht en is inmiddels opgeheven. Bij het einde van zijn werkzaamheden sprak de kopgroep uit dat het thema digitalisering ook in de komende bestuursperiode bestuurlijke aandacht nodig heeft.
Een van de uitdagingen de komende jaren voor provincies is om meer met data vooruit te kijken, legt Tilstra tot slot uit. “We willen met behulp van data niet alleen checken hoe het gaat, maar ook scenario’s voor de toekomst ontwikkelen. Dat is voor afzonderlijke opgaven al ingewikkeld, zoals energie of stikstof, laat staan voor de combinatie van verschillende opgaven in de fysieke leefomgeving in onderlinge samenhang. Daar valt nog een wereld te winnen voor provincies, en daar gaan we met volle energie mee door.”
Deel dit artikel:
Programmamanagers Marten Tilstra en Larissa Riemsma.